Uw goud en zilver is verroest en hun roest zal een getuigenis tegen u zijn en uw vlees als een vuur verteren. U hebt schatten verzameld in de laatste dagen. Zie, het loon van de arbeiders die uw velden gemaaid hebben, dat door u achtergehouden is, schreeuwt tot God, en de jammerklachten van hen die geoogst hebben, zijn doorgedrongen tot de oren van de Heere van de hemelse legermachten.

Deze woorden uit Jakobus 5:3-4 zijn gericht aan de christenen die liever hun rijkdommen oppotten, dan ze in te zetten voor het verspreiden van het evangelie.

Degenen van vers 4 die geoogst hebben, zijn degenen die evangeliseren en werken in de oogstvelden van de wereld. Er staat dat de Heer hun jammerklachten heeft gehoord. Maar als je goed leest, ontdek je dat er nog een andere jammerklacht doordrong tot de oren van de Heer.

‘Het loon’ van de arbeiders schreeuwt ook tot God! De tienden en de offergaven die achtergehouden worden, schreeuwen het uit. Geld dat gezaaid had moeten worden ten gunste van het verspreiden van het evangelie, roept het uit!

Grote hoeveelheden ongebruikte fondsen in bankkluizen roepen het uit. Fondsen die God genadig aan Zijn kinderen heeft gegeven en hun doel niet vervullen – het doel om een levende Jezus aan een stervende wereld te brengen – schreeuwen het uit!

Zit jij op een pratende portemonnee? Schreeuwt jouw beurs het uit tot God? Als je hun stem zou kunnen horen, wat zouden ze dan roepen? ‘China! Europa! Afrika! Het Midden-Oosten!’?

Geef jij royaal aan het werk van jouw eigen gemeente? Laat je geld niet tegen jou getuigen! Geef consistent wanneer, waar en zoveel als God van je vraagt aan het werk voor Zijn Koninkrijk.

Als de kostbare vrucht van de aarde geoogst gaat worden, moeten wij hen die in het veld werken ondersteunen.

Bekijk hier de bijpassende uitzending: De invloed van een vrijgevig hart