De volgende dag stond Johannes daar weer met twee van zijn discipelen. En toen hij Jezus zag lopen, zei hij: Zie, het Lam van God! En de twee discipelen hoorden hem dat zeggen en zij volgden Jezus. (Johannes 1:35-37)

Toen Johannes iets over Jezus zei, gingen twee mensen die hem hoorden Jezus volgen. Als we willen dat mensen Hem gaan volgen, moeten we praten over het Lam van God.

Kijk naar wat er vervolgens gebeurt (Johannes 1:41-43):

Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van de twee die het van Johannes gehoord hadden en Hem gevolgd waren. Deze vond als eerste zijn eigen broer Simon en zei tegen hem: Wij hebben de Messias gevonden, wat vertaald wordt als de Christus. En hij leidde hem tot Jezus.

Er is een kettingreactie ontstaan. Johannes zei: Zie, het Lam van God, en twee mannen volgden Jezus. Een van de twee, Andreas, ging direct naar zijn broer en bracht hem bij Jezus. Het is interessant om op te merken dat hij ‘als eerste’ zijn eigen broer vond, wat impliceert dat zijn broer niet de enige was die Andreas vond en bij de Heer bracht.

De rest van dit hoofdstuk van Johannes vertelt ons hoe Filippus Nathanaël over Jezus vertelde en hem met de woorden ‘kom en zie’ overhaalde om de Heer te ontmoeten.

Deze verhalen van het eerste hoofdstuk van Johannes vertellen ons wat we zouden moeten doen als we Jezus hebben ontmoet. We moeten onze vrienden en dierbaren bij Jezus brengen. We zouden tegen hen moeten zeggen ‘kom en zie’.

Neem op dit moment de tijd om God te vragen iemand aan jou te laten zien met wie je over Jezus zou moeten praten. Doe dit vervolgens ook. Het zou zomaar kunnen dat je een kettingreactie ziet ontstaan.

Bekijk hier de bijpassende uitzending: Uw omgeving voor Christus bereiken