Maleachi 3:8, 9 geeft ons een nuchtere waarschuwing:

Zou een mens God beroven? Werkelijk, u berooft Mij! En dan zegt u: Waarvan beroven wij U? Van de tienden en het hefoffer! U bent door de vloek getroffen, omdat u Mij berooft, als volk in zijn geheel.

Als je deze uitspraak leest, moet je jezelf wel afvragen: ‘Hoe beroof je God? Ik bedoel … hoe?’

Er zijn twee manieren waarop we God beroven als we weigeren onze tienden te geven:

1. We beroven God van de eer die wij Hem zouden moeten geven. In Spreuken 3:9 staat: Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst. Door God het eerste deel van ons inkomen te geven, vereren wij Hem en zeggen wij hiermee dat Hij op de eerste plaats in ons leven komt. We uiten ons vertrouwen in Zijn belofte dat Hij voor ons zal zorgen. Wij eren God met ons vertrouwen in Hem.
2. We beroven God van de mogelijkheid om ons te zegenen. In Maleachi 3:10 belooft God ons te zegenen als wij Hem de eerste tien procent van ons inkomen geven.

In Spreuken lezen wij de belofte dat onze schuren gevuld zullen worden met overvloed, als wij de Heer eren met onze eerstelingen (Spreuken 3:9, 10).

Hij kan ons zegenen. Hij verlangt ernaar ons te zegenen. Laten wij Hem niet beroven van die gelegenheid, noch van de eer die Hem toebehoort.

Bekijk hier de bijpassende uitzending: Psalm 23 (Hoe God voor u zorgt) 2/2