“Als U niet zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken. Hoe zou moeten blijken dat U mij goedgezind bent, mij en ook Uw volk, tenzij U met ons meegaat? Alleen dan nemen wij immers een bijzondere plaats in onder de volken die de aarde bewonen.” De Heer zei tegen Mozes: “Ik verzeker je dat Ik zal doen wat je vraagt, want Ik ben je goedgezind en Ik heb je uitgekozen.” Maar Mozes had nog een verzoek: “Laat mij toch Uw majesteit zien” (verzen 15-18).

Het Hebreeuwse woord dat in dit vers vertaald wordt met majesteit betekent letterlijk “gewicht, massa of substantie”. In wezen zei Mozes tegen de Heer: “Ik wil weten wie U bent. Ik heb gezien wat U doet, maar ik wil weten waarom U doet wat U doet. Ik wil Uw hart kennen. Ik wil U kennen.” Dat is een opmerkelijk verzoek! Ik denk niet dat God dat vaak hoort. Mensen willen Gods hulp. Ze willen antwoorden op hun gebeden, maar Hem willen kennen is iets heel anders.

Gods antwoord op Mozes’ verzoek is veelzeggend: “De Heer antwoordde: ‘Ik zal in mijn volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam Heer uitroepen: Ik schenk genade aan wie Ik genade wil schenken, en Ik ben barmhartig voor wie Ik barmhartig wil zijn‘” (vers 19).

Hoe is God echt? Wat is Zijn aard? Wat is Zijn glorie? Goedheid, genade en barmhartigheid. “God is goed” is niet zomaar een cliché of een slogan. Goedheid is de kern van Zijn wezen. 

Er is een verhaal over een jongeman die aan het wandelen was in de bergen. Het terrein was ruig en de lucht was koud. Plotseling hoorde hij een heel zachte stem. “Help me alsjeblieft,” zei de stem. Toen hij om zich heen keek, zag hij een ratelslang opgerold op een rotsblok. “Help me alsjeblieft,” zei de slang. “Ik ga dood als ik niet uit deze kou kom. Ik ben geen warmbloedig dier. Help me alsjeblieft.”

“Je bent een ratelslang!” antwoordde de jongeman. “Zelfs als ik je kon helpen, zou ik je niet kunnen vertrouwen.” “Alsjeblieft,” siste de slang zachtjes. “Je zou me iets verder naar beneden kunnen brengen, waar het warmer is. Dat zou me redden en ik beloof je dat ik je geen pijn zal doen.”

“Nou, ik denk dat ik je in mijn rugzak kan stoppen en je naar beneden kan dragen,” zei de jongeman. “En jij belooft dat je me niet zult bijten?” “Ja, dat beloof ik,” zei de slang. “Oké, ik zal je helpen.” Hij pakte de slang op en stopte hem in zijn rugzak.

Toen hij een zonnige, laaggelegen vlakte bereikte, haalde hij de slang eruit en legde hem op een warme rots. Nadat hij een paar minuten in de zon had gelegen, zei de slang: “Kom alsjeblieft dichterbij, ik wil je bedanken voor je hulp.”

De jongeman stapte dichterbij, maar op dat moment dook de slang naar voren en beet hem in zijn pols. De jongeman schreeuwde het uit van de pijn. Hij wist dat hij nu in levensgevaar was en zei: “Je had me beloofd dat je me geen pijn zou doen!” “Je wist wat ik was toen je me oppakte,” zei de slang en glibberde weg.

De ratelslang handelde naar haar aard. Ze kon niet anders. Want het is de aard van een wezen die ook het handelen bepaalt.

Het mooie is: hetzelfde geldt voor onze Schepper. Zijn aard is goedheid en Hij handelt altijd in overeenstemming met Zijn aard. Hij is goed en heeft goede plannen met jou! En dat is precies wat je kunt verwachten. Sterker nog: je moet er vast op vertrouwen.

Wees gezegend!

Uit: maandbrief Bayless Conley, november 2023

• laat een reactie achter | 0 Commentaar

  Geef een reactie Reactie annuleren

  Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  Naam *

  E-mail *

  Ja, ik wil graag informatie en impulsen van Bayless Conley per email ontvangen. Ik ben het ermee eens dat Antwoorden met Bayless Conley mijn gegevens voor dit doel gebruikt.