In Romeinen 13:1-3 geeft de apostel Paulus ons duidelijke instructies over hoe we naar onze overheden moeten kijken:

Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God in gaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen. Want voor de overheid hoeft men niet te vrezen, wanneer men goede werken doet, maar wel als men kwade werken doet. Wilt u nu van het gezag niets te vrezen hebben, doe het goede en u zult er lof van ontvangen.

Ik herinner me de dagen voor mijn bekering. Als ik door mijn achteruitkijkspiegel keek en ik zag een politieauto, dan werd ik onmiddellijk paranoïde. Daar had ik goede redenen voor.

In die tijd zou ik in grote problemen zitten als ik aangehouden zou worden. Ik was continu onder invloed van drugs en alcohol en het kwam zelden voor dat ik volledig nuchter was.

Ik dank God dat ik gered ben! Als ik tegenwoordig in de achteruitkijkspiegel kijk en ik zie een politieauto, dan rem ik misschien een beetje af, maar ik word niet gegrepen door dat gevoel van paranoia, omdat ik binnen de grenzen van de wetten van het land leef. Als ik de wetten wel breek, dan is dat uit onwetendheid en niet uit opzettelijke rebellie.

Als jij je leven leeft met angst voor de overheid, dan is het tijd om uit te zoeken waarom. Als je je hart onderzoekt en ontdekt dat jij je niet onderwerpt aan de wetten van het land, dan moedig ik je aan om vandaag te veranderen.

Je zult dan in staat zijn om te leven zonder angst en God in dit proces te eren.

Bekijk hier de bijpassende uitzending: Hoe ga ik als christen met politiek en cultuur om?